Alfred Edward Housman 1859-1936 (Engelse dichter)




Voor mijn begrafenis


O God die uit Uw woonstee
Uw kinderen herwaarts stuurt,
om weifelend rond te zwerven,
voor zo lang als 't duurt,

dat mens en stam en natie
hen hoeden voor het licht
bij U in moeder aarde
als Gij hen grafwaarts richt:

bezorgen wij Uw schepsel
in vrede bij zijn Heer;
nu laat het in Uw schaduw
en drop het hier niet meer.


(Vertaling: H.F.H.Reuvers)


*******


Betoverend is ze niet meer,
haar burcht van angst kapot;
vergif druipt van haar wiet neer,
en de bijl ligt aan haar strot;

de Nachtprinses der Venen
gilt, als een kat in nood:
'Gij zult uw leven derven,
en morgen zijt ge dood.'

O Nachtprinses der Venen,
uw woord geloof ik graag,
en morgen zal ik sterven,
maar gij sterft al vandaag.


(Vertaling: H.F.H.Reuvers)


*******


Omdat ik meer van jou hield
dan dat ik zeggen kon,
moest ik van jou vertrekken:
liefst in een luchtballon.

Opdat wij beter scheidden,
gaven wij bei geen kik:
'Vaarwel', zei jij, 'vergeet me'.
'Vaarwel, okee', zei ik.

Als jij ooit zal passeren
de klaver op mijn graf,
en verder niks ziet bloeien,
als was mijn graf niet af,

blijf bij de zerk stilstaan,
beschouw de harde steen,
want die jou eens beminde
vergat jou en ging heen.


(Vertaling: H.F.H.Reuvers)


*******


Als de veerman je over de Styx brengt
met jouw muntje nog in zijn hand,
denk je dat ik daar sta te wachten
op jou aan de overkant?

De lakei die je altijd liet draven,
zo trouw, onderdanig en laf,
verwacht die maar niet in het vrije,
rechtvaardige land van het graf.


(Vertaling: H.F.H.Reuvers)


*******


Het gras wordt zacht bewogen.
Op de graven streelt de lucht,
maar kent geen mededogen
en weet niet of ze zucht.

De zon die eerst u spaarde,
verzengt het slagveld nu;
en dauw bedekt de aarde,
die weent, maar niet om u.


(Vertaling: H.F.H.Reuvers)


*******


Wie is die jonge zondaar die daar wordt weggeleid?
Waarom schelden de mensen en roepen rottigheid?
En waarom is hij schuldbewust? Zeg op, wat is er mis?
Ze stoppen hem in het gevang omdat hij rossig is.

Het is tegennatuurlijk toch, zo'n grote rooie kop.
Als vroeger iemand rossig was, dan hingen ze hem op.
Ze stroopten zo hun huid eraf. Dat was verdedigbaar
om de onnoemelijke schande van hun rooie kop met haar.

Al heeft hij kosten niet gespaard voor mutsen en voor pruiken,
en heeft hij op het punt gestaan van verf te gebruiken,
men rukte fluks zijn hoedje af, en allen staarden naar
zijn afschuwelijke kop en zijn knallend rooie haar.

Nu pluist hij touwen in de nor, en duwt de molen rond,
en hangt de natte hemden op met knijpers in de mond.
En als hij weg kan duiken in een of andere nis,
dan smeekt hij God te zeggen waarom hij roodharig is.


(Vertaling: H.F.H.Reuvers)


*******


Ver in het drassig broekland
waar ik getogen ben,
daar staan drie populieren
bij vennen die ik ken.

En op een stille avond
komt daar een man voorbij.
Hij luistert naar de bomen
alsof de wind wat zei.

Hij hoort: "Waar ik vandaan kom,
daar kent mij niemand meer,
en heel alleen in Londen
leg ik mijn lichaam neer".

De maan schijnt op het brugje
waar de passant blijft staan,
en hoort: "Mijn ziel moet dwalen
en langs het water gaan".


(Vertaling: H.F.H.Reuvers)


*******

Onzin


Aan de deur van mijn eigenste hutje
las ik de krant en zat stil.
Ik deed af en toe ook een dutje,
een mug vloog toen weg met mijn bril.
De mug vloog omhoog, nam een duikje,
negeerde mijn mesthoop en puin,
en landde toen kalm op een struikje
aan de uiterste rand van de tuin.

Ik ging vlug een vliegmasjien halen,
passeerde het puin door de lucht.
De mug zat verpletterd te balen,
hij sloeg nog niet eens op de vlucht.
Al heb ik mijn bril weer terug nou,
want het beest hield zich redelijk stil,
toch snap ik nog niet wat die mug wou
in mijn eigenste tuin met mijn bril.


(Vertaling: HFH Reuvers)


*******


Ik was pas een-en-twintig,
een wijze kerel zei:
"Geef geld en edelstenen,
maar niet je hart erbij;
geef parels, kostbaarheden,
maar houd jezelf vrij."
Maar ik was een-en-twintig,
ging aan die raad voorbij.

Ik was nog een-en-twintig,
die wijze zei nog meer:
"Als je jezelf wegschenkt,
dan doet het altijd zeer;
het kost je duizend zuchten
en kwelt je duizend jaar."
Ik ben nu twee-en-twintig,
en oh, 't is waar, 't is waar.


(Vertaling: HFH Reuvers)


*******


Paashymne


Als in uw tombe, Jezus, in uw tijd,
Gij zinloos dood bent, en uw Wezen kwijt,
blind in de duisternis en in het licht,
doof voor geknetter waar men vlammen sticht,
en spijts uw blussend bloed brandt het gewoon,
slaap dan maar door, vergeet ons, Mensenzoon.

Maar als, het graf leeg zonder steen ervoor,
Gij slechts uw lijk maar niet uw Geest verloor,
en aan uw linkerhand uw Vader ziet,
en Gij blijft denken aan uw groot verdriet,
uw lijden en uw kruis, naar een Romeinse wet,
zie op uw dwaze wereld neer, en red.


(Vertaling: HFH Reuvers)


*******


Een koude wind blaast in mijn hart
vanuit dat verre land:
welk landschap zie ik ginds met smart,
door heimwee overmand?

Dat is het land dat ik verloor,
ik zie zijn heuvels weer,
de happy homes, een heg ervoor,
daar kom ik nimmermeer.


(Vertaling: HFH Reuvers)


*******


For my funeral


O thou that from thy mansion
Through time and place to roam,
Dost send abroad thy children,
And then dost call them home,

That men and tribes and nations
And all thy hand hath made
May shelter them from sunshine
In thine eternal shade:

We now to peace and darkness
And earth and thee restore
Thy creature that thou madest
And wilt cast forth no more.


(Original: Alfred Edward Housman)


*******


Her strong enchantments failing,
Her towers of fear in wreck,
Her limbecks dried in poisons
And the knife at her neck,

The Queen of air and darkness
Begins to shrill and cry,
'O young man, O my slayer,
To-morrow you shall die.'

O Queen of air and darkness,
I think 'tis truth you say,
And I shall die to-morrow,
But you will die to-day.


(Original: Alfred Edward Housman)


*******


Because I liked you better
Than suits a man to say,
It irked you and I promised
I'd throw the thought away.

To put the world between us
We parted stiff and dry:
'Farewell', said you, 'forget me'.
'Farewell, I will', said I.

If e'er, where clover whitens,
The dead man's knoll, you pass,
And no tall flower to meet you
Starts in the trefoiled grass,

Halt by the headstone shading
The heart you have not stirred,
And say the lad that loved you
Was one that kept his word.


(Original: Alfred Edward Housman)


*******


Crossing alone the nighted ferry
With the one coin for fee,
Whom, on the far quayside in waiting
Count you to find? not me.

The fond lackey to fetch and carry,
The true, sick-hearted slave,
Expect him not in the just city
And free land of the grave.


(Original: Alfred Edward Housman)


*******


The sigh that heaves the grasses
Whence thou wilt never rise
Is of the air that passes
And knows not if it sighs.

The diamond tears adorning
Thy low mound on the lea,
Those are the tears of morning,
That weeps, but not for thee.


(Original: Alfred Edward Housman)


*******


Oh who is that young sinner with the handcuffs on his wrists?
And what has he been after that they groan and shake their fists?
And wherefore is he wearing such a conscience-stricken air?
Oh they're taking him to prison for the color of his hair.

'Tis a shame to human nature, such a head of hair as his;
In the good old time 'twas hanging for the color that it is;
Though hanging isn't bad enough and flaying would be fair
For the nameless and abominable color of his hair.

Oh a deal of pains he's taken and a pretty price he's paid
To hide his poll or dye it of a mentionable shade;
But they've pulled the beggar's hat off for the world to see and stare,
And they're taking him to justice for the color of his hair.

Now 'tis oakum for his fingers and the treadmill for his feet,
And the quarry-gang on Portland in the cold and in the heat,
And between his spells of labor in the time he has to spare
He can curse the God that made him for the color of his hair.


(Original: Alfred Edward Housman)


*******


Far in a western brookland
That bred me long ago
The poplars stand and tremble
By pools I used to know.

There, in the windless night-time,
The wanderer, marvelling why,
Halts on the bridge to hearken
How soft the poplars sigh.

He hears: long since forgotten
In fields where I was known,
Here I lie down in London
And turn to rest alone.

There, by the starlit fences,
The wanderer halts and hears
My soul that lingers sighing
About the glimmering weirs.


(Original: Alfred Edward Housman)


*******

Nonsense


At the door of my own little hovel,
Reading a novel I sat;
And as I was reading the novel
A gnat flew away with my hat.
As fast as a fraudulent banker
Away with my hat it fled,
And calmly came to an anchor
In the midst of the cucumber-bed.

I went and purchased a yacht
And traversed the garden-tank,
And I gave it that insect hot
When I got to the other bank;
Of its life I made an abridgment
By squeezing it somewhat flat,
But I still cannot think what that midge meant
By running away with my hat.


(Original: Alfred Edward Housman)


*******


When I was one-and-twenty
I heard a wise man say,
"Give crowns and pounds and guineas
But not your heart away;
Give pearls away and rubies
But keep your fancy free."
But I was one-and-twenty,
No use to talk to me.

When I was one-and-twenty
I heard him say again,
"The heart out of the bosom
Was never given in vain;
'Tis paid with sighs a plenty
And sold for endless rue."
And I am two-and-twenty,
And oh, 'tis true, 'tis true.


(Original: Alfred Edward Housman)


*******


Easter Hymn


If in that Syrian garden, ages slain,
You sleep, and know not you are dead in vain,
Nor even in dreams behold how dark and bright
Ascends in smoke and fire by day and night
The hate you died to quench and could but fan,
Sleep well and see no morning, son of man.

But if, the grave rent and the stone rolled by,
At the right hand of majesty on high
You sit, and sitting so remember yet
Your tears, your agony and bloody sweat,
Your cross and passion and the life you gave,
Bow hither out of heaven and see and save.


(Original: Alfred Edward Housman)


*******


Into my heart an air that kills
From yon far country blows:
What are those blue remembered hills,
What spires, what farms are those?

That is the land of lost content,
I see it shining plain,
The happy highways where I went
And cannot come again.


(Original: Alfred Edward Housman)


*******