de handel
Voordat de Romeinen kwamen was er al handel in de buurt van de Maas-overgang die later
Maastricht zou worden: zo werd er gehandeld in vuursteen uit de mijnen nabij het
huidige Rijckholt. In de Romeinse tijd ontstond de handelsnederzetting 'Vicus', het huidige
Wijck.
Maastricht was al in de Romeinse tijd een knooppunt van verkeerswegen. Het heeft in de loop
der eeuwen veel tol geheven. Vanaf 550 was er een Frankische muntslagerij. De 'Scoense Verderen'
(Schonenvaarders), waarover we het al gehad hebben, vervoerden Maastrichts laken en leer, glas
en aardewerk uit het Rijnland, en grondstoffen uit de Ardennen. Vanuit verre landen kwam er
wijn, rozijnen, peper, etc. En de stad had bouwmaterialen nodig: mergel uit Kanne, steen uit de
Ardennen.
Maastricht was lokale markt voor groente en vee en nog veel meer, maar vanaf ongeveer 1500
bijvoorbeeld ook stapelmarkt voor wol. Er waren drie grote internationale
jaarmarkten: op Sint Servaas (13 mei), Sint Remaclus (3 september) en Sint Remigius (1 oktober).
Dan was er ook vrijmarkt, en mochten bannelingen ongehinderd in de stad verblijven.
Koning Willem I was handelskoning: in 1827 werd de Zuid-Willemsvaart opengesteld,
met in Maastricht als eindhaven het Bassin. In 1850 kwam het kanaal naar Luik.
nog een plaatje
|