PIET RIJSTEPAP EN ZIJN BAARD

Sinds de privatisering van het openbaar vervoer gingen de busdiensten om de haverklap in staking, ook al hadden ze in hun korte bestaan nog maar bitter weinig gepresteerd. Hoe de pubers op school kwamen, of de oudjes in het ziekenhuis, dat maakte voor de strijdende partijen van Connexxion en Veolia geen barst uit. Het ging ze om het principe: acht percent erbij, desnoods over de moegebeukte ruggen van het publiek. De werkgevers en werknemers leken wel twee kijvende echtelieden, van wie er een dreigde hun kind te slaan als de ander niet toegaf. Wann wird man je versteh'n?
Voor Piet Rijstepap was het in deze omstandigheden een hele puzzel hoe hij 's zondags op tijd vanuit Maastricht in de Akense kapel kon komen waar de Mis nog op de traditionele wijze werd opgedragen. Hij had zijn licht opgestoken op het internet en in de kantoortjes van diverse openbare vervoersondernemingen, en uiteindelijk had hij een plan: hij zou zijn fiets meenemen in de trein naar Heerlen, en van daar uit naar Aken fietsen. Als alles meezat, zou hij er net op tijd aankomen.

In Heerlen aangekomen, vroeg hij een oude mijnwerker de kortste weg naar Aken. "Via Spekholzerheide", zei de oude heer. "Ga bij de rotonde rechtsaf. Rij steeds rechtdoor tot aan de grens. Daar zijn windmolens, maar dat maakt niks uit. Vraag daar eens verder, jong."
Als je de weg niet kent, is alles moeilijk. De Heerlerbaan was opgebroken, wie had dat gedacht? Piet reed tussen de hekken door in een fuik, en zocht wanhopig naar een doorgang. Gelukkig kwam er een Limburgse jongedame aangefietst die hem over het hobbelige zand voorging naar de opening in de heg. Inmiddels waren er wel weer tien kostbare minuten verstreken. Zo kwam hij nooit op tijd!
Piet fietste dapper verder, zwoegend tegen elk zuchtje wind en kreunend op elk hellend vlak. Nadat hij bij Richterich het oude Zoll-kantoor was gepasseerd, vroeg hij aan drie brave huismoeders met Dobermann pinschers hoe hij "am schnellsten" bij "Aachen Westbahnhof" kon komen. Hij begreep niet veel van de uitleg, maar haar gebaren vertelden hem welke kant hij op moest. Het was inmiddels bloedheet geworden. Puffend arriveerde hij, een kwartier te laat, bij de kapel aan de Kuehlwetterstrasze.

Piet besloot eerst even uit te blazen, want hij mocht niet hijgend en bezweet binnenkomen. Zag hij er eigenlijk wel toonbaar uit? Verdorie, dat was waar ook! Sinds enkele weken had hij een baard laten staan, en dit was voor het eerst dat ze hem met die baard zouden zien! Misschien zag hij er wel zo onverzorgd uit dat de priester hem tijdens de preek zou vragen de kapel te verlaten, en pas terug te komen als hij netjes geschoren was.
Van de andere kant, een katholieke priester kon eigenlijk moeilijk kritiek hebben op een baard. Had Jezus de arme zwervers niet lief? Sterker nog: had Jezus niet zelf een baard? In alle prentenboeken van de bijbel, zowel voor kinderen als voor grote mensen, werd Jezus afgebeeld met een keurige bruine baard.
Piet sloot grinnikend zijn fiets af, en bond hem met de ketting vast aan een lantaarnpaal. Men kon hem niet wegsturen vanwege zijn baard! Alle twaalf de apostelen hadden immers wilde baarden, die waren heus niet netjes gesoigneerd.

In gedachten zong Piet het Marialied dat hij het mooiste vond: "Maria zu lieben, ist allzeit mein Sinn. - In Freuden und Leiden, ihr Diener ich bin. - Mein Herz, o Maria, brennt ewig zu dir, - in Liebe und Freude, o himmlische Zier."
Zachtjes opende hij nu de deur van de kapel. De mis was gevorderd tot aan de eerste lezing. Stilletjes schoof hij links achteraan in een kerkbank. Alleen de organist had hem tot nu toe opgemerkt.
Pas nu zag hij het bordje dat voor zijn neus op de kerkbank gespijkerd was: "Reserviert für Familien mit kleinen Kindern". Piet keek eens opzij, en zag naast hem een vriendelijk lachende moeder met twee kleine kinderen: een baby in een reiswieg, en een meisje van een jaar of twee.
Hij glimlachte eens minzaam naar de peuter. Zij gaapte hem aan of hij een geestverschijning was. Het was alsof ze dacht: "Dat moet wel die lieve Jezus zijn, waar ze het steeds over hebben."