KATHOLIEKE KATECHISMUS

door HFH Reuvers



DE WET EN DE PROFETEN

Mozes heeft aan Israël de Wet gegeven. De voorschriften van Mozes staan in de Joodse Tora. Het is een prachtig geheel van zinvolle voorschriften en rituelen, dat, juist toegepast, een richtsnoer is voor een rechtvaardig leven. Maar men moet de Wet niet al te star en al te letterlijk toepassen, daar is het leven te ingewikkeld voor. Dan vervalt men in de schijnheiligheid van de Farizeeën. Jezus heeft de Wet vervolmaakt door zijn prediking en voorbeeld: "Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand. Dit is het voornaamste en eerste gebod. Het tweede is daarmee gelijkwaardig: Gij zult uw naaste beminnen als uzelf. Aan deze twee geboden hangt heel de Wet en de Profeten" (Matteüs 22, 34-40).
Jezus keert in zekere zin de aardse verhoudingen om, zoals wanneer hij zegt dat men zijn vijanden moet liefhebben. Hij heeft vooral aandacht voor de zondaars, omdat zij hem het hardst nodig hebben. Uiteindelijk sterft hij zelf voor onze zonden aan het kruis. Dit is "voor de Joden een ergernis en voor de heidenen een dwaasheid".

De profeten waren geen waarzeggers of sterrenwichelaars, maar mannen die het volk van Israël waarschuwden als het weer eens in afgodendienst verviel. Ze traden op vanaf de vestiging in het beloofde land: in de bloeitijd van de koningen David en Salomon, tijdens het verval totdat de Joden naar Babylon in ballingschap werden gevoerd, en nog daarna. In de tijd van Jezus verwachtten de Joden een Messias die het koninkrijk van David zou herstellen. Maar ze verwachtten niet een Redder wiens Rijk niet van deze wereld is.
Toch vervult Jezus door zijn optreden wat de profeet Isaïas heeft voorzegd (Jesaja 53, 5-7): "Wij allen waren als schapen verloren gelopen, en ieder van ons was eigen wegen gegaan; maar op hem heeft God laten neerkomen de schuld van ons allen. Hij werd gefolterd en diep vernederd, maar heeft zijn mond niet geopend, zoals een lam dat ter slachting geleid wordt ..."
Jezus zegt in het Evangelie telkens weer dat hij de wil van God moet doen door de wet te vervolmaken en te vervullen wat de profeten voorzegd hebben. Juist dit is iets dat hem mede kenmerkt als de Zoon van God.


katechismus


HOME