KATHOLIEKE KATECHISMUS

door HFH Reuvers



PASEN: JEZUS VERRIJST EN VESTIGT ZIJN KERK

Het Evangelie verhaalt als volgt in bewogen beelden over de verrijzenis:

Op de derde dag na Jezus' dood gingen enkele vrouwen, onder wie Maria Magdalena, naar het graf om het lijk te balsemen. Maar het graf was leeg. Er stond iemand bij het graf die zei: "Wat zoekt gij de Levende bij de doden?"
Juist die dag waren enkele leerlingen van Jezus op weg naar het dorp Emmaüs. Hun meester voegde zich bij hen en vroeg waar ze over spraken. Ze herkenden hem niet, en zeiden: "Bent gij dan de enige vreemdeling in Jeruzalem?" Nu vertelden ze hem over de kruisdood en het lege graf. Jezus sprak: "Moest de Messias dat alles niet lijden om in zijn glorie binnen te gaan?" En hij verklaarde hen alles wat in de Schrift hierop betrekking had. De leerlingen drongen bij hem aan: "Blijf bij ons, want de dag loopt ten einde!" Hij brak dan met hen het brood. Toen pas zagen ze dat het Jezus zelf was.
Later verscheen Jezus nog een paar keer aan de apostelen. Onder hen was ook de ongelovige Thomas, aan wie hij zijn wonden liet zien en betasten. En hij verscheen aan Petrus, die tot drie keer toe moest bevestigen dat hij Jezus liefhad.

Bij deze laatste gelegenheid zei Jezus tegen Petrus : "Hoed mijn schapen". Het was echter niet de eerste keer dat hij speciaal aan Petrus vroeg om zijn kudde te leiden. Zo had hij eerder gezegd: "Uw naam is Petrus, dat is 'steenrots', en op deze rots zal ik mijn Kerk bouwen". En ook: "Al wat gij zult binden op aarde, zal ook in de hemel gebonden zijn".
De Kerk beschouwt daarom Petrus en zijn opvolgers, de pausen, als de plaatsvervangers van Christus op aarde. Zij en de andere bisschoppen wijden de priesters, die het brood breken en uitdelen zoals Jezus dat deed in Emmaüs.
Vlak voordat de apostelen Jezus zagen opstijgen ten hemel, gaf hij hen een missionaire opdracht: "Gaat en onderwijst alle volkeren. Ziet, ik blijf bij U alle dagen tot aan het einde van de wereld".


katechismus


HOME