KATHOLIEKE KATECHISMUS

door HFH Reuvers



MARIA IN DE BIJBEL

Het Evangelie verhaalt hoe de engel Gabriël verscheen aan Maria, een twijg uit de wortelstam van koning David. De engel kondigde haar aan dat zij zwanger zou worden van de Heilige Geest. Zij zou een zoon baren aan wiens koningschap geen einde komt. Maria sprak: "Ik ben de dienstmaagd van God. Laat het gebeuren zoals u het zegt." Jezus werd geboren in een stal te Bethlehem. Zo is Gods eeuwig Woord mens geworden, en Maria de moeder van God.
Het kind werd volgens Joods gebruik aan God opgedragen, en de priester zei tegen Maria: "Dit kind is voorbestemd tot val of opstanding van velen in Israël, tot een teken dat weersproken wordt. De gezindheid van de harten zal dan openbaar worden. En uw eigen ziel zal door een zwaard worden doorboord."
Toen Jezus twaalf jaar was, ging hij met zijn ouders naar Jeruzalem voor het Paasfeest. Hij raakte zoek in de menigte. Zijn ouders vonden hem terug in de tempel, waar hij de schriftgeleerden versteld deed staan door zijn antwoorden. Hij volgde zijn ouders terug naar Nazareth en was hen onderdanig. Maria bewaarde alles wat er gebeurd was in haar hart.

Het openbare leven van Jezus begint als hij dertig jaar oud is, bij de bruiloft in Kana. Maria is daar ook. Zij waarschuwt Jezus dat de wijn op is. Jezus haalt zijn schouders op en zegt dat dat haar zaak niet is. Maar Maria zegt tegen de bedienden: "Doe maar wat Jezus zal zeggen". Zij weet dat Jezus vanaf nu in het volle daglicht zal treden.
Wanneer Jezus aan het kruis hangt op Golgotha, staan daar naast elkaar zijn moeder, Maria, en de leerling die hij liefheeft, Johannes. Dan zegt Jezus tegen Maria, terwijl hij met zijn kin naar Johannes wijst: "Dit is voortaan uw zoon." En tegen Johannes: "Dit is uw moeder." Johannes treedt hier namens alle leerlingen op. Maria is dus ook onze moeder. We hebben al gezien hoe zij temidden van de apostelen in het cenakel is, als zij de Heilige Geest ontvangen.


katechismus


HOME