KATHOLIEKE KATECHISMUS

door HFH Reuvers



OORSPRONG EN DOEL VAN DE SCHEPPING

In de dertiende eeuw vormde de Dominicaan Sint Thomas van Aquino in opdracht van de paus een synthese van de filosofieën van Plato en Aristoteles. Thomas toont aan dat enkelvoudige ideeën, zoals volmaakte cirkels en volmaakte goedheid, in de natuur geen zelfstandig bestaan hebben. De concrete dingen in de natuur zijn onvolmaakte samenstellingen van deze ideeën. Zij hebben wel een aanleg tot vervolmaking, en streven daarnaar. Hij leidt hieruit af dat de schepping een eerste oorzaak en een laatste doel moet hebben, waarin de ideeën hun oorsprong en bestemming vinden. Dit is God, het uit Zichzelf bestaande Wezen.

De meesterdichter uit onze gouden eeuw, Joost van den Vondel, schreef in zijn Lucifer:

Wie is het, die zoo hoogh gezeten,
Zoo diep in 't grondelooze licht,
Van tijt noch eeuwigheit gemeten
Noch ronden, zonder tegenwicht
By zich bestaet, geen steun van buiten
Ontleent, maer op zich zelven rust?
... Dat's Godt. Oneindig eeuwigh Wezen
Van alle ding, dat wezen heeft.

Goethe liet in zijn Faust zien dat zelfs een duivelstrawant het bestaan van God niet kan ontkennen:

GRETCHEN: ... Glaubst du an Gott?
FAUST: Mein Liebchen, wer darf sagen: Ich glaub an Gott! Magst Priester oder Weise fragen, und ihre Antwort scheint nur Spott über den Frager zu sein.
GRETCHEN: So glaubst du nicht?
FAUST: Miszhör mich nicht, du holdes Angesicht!
Wer darf ihn nennen und wer bekennen: Ich glaub' ihn. Wer empfinden und sich überwinden zu sagen: ich glaub ihn nicht!
Der Allumfasser, der Allerhalter, faszt und erhält er nicht dich, mich, sich selbst?

Sint Paulus zegt het in nog eenvoudiger bewoordingen, in zijn brief aan de Romeinen (1, 19-20):
"Want wat een mens van God kan weten, is in feite onder hen bekend; God zelf heeft het hun geopenbaard. Van de schepping der wereld af wordt zijn onzichtbaar wezen door de rede in zijn werken aanschouwd, zijn eeuwige macht namelijk en zijn godheid ... "


katechismus


HOME