KATHOLIEKE KATECHISMUS

door HFH Reuvers



DE REFORMATIE EN DE CONTRAREFORMATIE

In 1517 publiceerde de augustijner monnik Maarten Luther zijn stellingen die de aanzet gaven tot de reformatie. De directe aanleiding was de ergerlijke handel in aflaten, maar er was al lang veel onvrede om de uiterlijkheden van de roomskatholieke Kerk. Hij hekelde de verering van priesters, die volgens hem niet Christus konden vertegenwoordigen, en de verering van 'Maria en de hele santenkraam'. Hij stelde dat het woord van God in de bijbel staat, en dat de kerkelijke overheden daar niets aan toe kunnen voegen. Verder vond hij dat de mens gered wordt door het geloof alleen, niet door zijn goede werken. En dat het geloof een genade is die God geeft aan wie Hij wil.
Een twintigtal jaren later publiceerde Johannes Calvijn zijn belangrijkste geschriften die een aanscherping waren van de theologie van Luther. Volgens Calvijn heeft God van eeuwigheid beschikt welke mensen Hij wil redden en welke niet. Hij verkondigde dat de katholieke mis in wezen een afgodendienst is, en dat er geen andere sacramenten zijn dan de Doop en het Avondmaal.
De Germaans-sprekende landen kozen grotendeels voor de reformatie. In Engeland verklaarde de koning zich onafhankelijk van de paus en stichtte de anglicaanse kerk. Holland kwam in opstand tegen de Spaanse landvoogd, sloeg in alle kerken de stenen beelden aan gruzelementen, en werd calvinistisch. Het noorden van Duitsland werd luthers.

De hervorming was niet zonder grond, maar ze had binnen de Kerk moeten blijven. Wat dat betreft had Sint Franciscus met zijn armoedebeweging al het goede voorbeeld gegeven. De dwaalleer van de voorbestemming heeft bij de zwaren veel wanhoop teweeg gebracht. Voorts is het niet verstandig onafhankelijk te willen zijn van de traditie en het kerkelijk leergezag, want dan gaat elke gemeente op eigen houtje de bijbel interpreteren. En zo is het ook precies gebeurd ...
Om de reformatie het hoofd te bieden werd het concilie van Trente bijeen geroepen. In de Romaans-sprekende landen kwam de contra-reformatie tot stand. Deze benadrukte dat God zich door Jezus op aarde uiterlijk heeft gemanifesteerd, en dat stervelingen ook aardse hulpmiddelen nodig hebben om te kunnen communiceren met Onzelieveheer. In Spanje was de contra-reformatie bijzonder sterk. Teresia van Avila hervormde daar de Carmelieten en Ignatius van Loyola stichtte er de orde der Jezuïeten. De katholieke Kerk werd nu sterk missionair. Daardoor werd bijvoorbeeld geheel Latijns Amerika katholiek.


katechismus


HOME