KATHOLIEKE KATECHISMUS

door HFH Reuvers



WEDERGEBOORTE

Het doopsel, het vormsel, de biecht en het heilig oliesel zijn sacramenten waardoor wij de oude mens afleggen en opnieuw geboren worden in de katholieke Kerk. Het zijn door Jezus zelf ingestelde merktekens die bewerken wat ze aanduiden. Ik zal ze bespreken in verband met de ervaringen die ik er zelf mee heb opgedaan.

Jezus heeft zich door Johannes de Doper laten dopen in de Jordaan. Op oude prenten ziet men hoe de Heilige Geest op hem neerdaalt in de gedaante van een duif. Wij leerden vroeger op school: "In geval van nood mag en moet iedereen dopen", alsof het een soort magische handeling betreft die het verschil maakt tussen hemel en hel. Men moet dan water gieten over het hoofd van de dopeling, en de doopformule uitspreken: "Ik doop u in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest." Tegenwoordig verwijst men liever naar het katholieke milieu waarin de dopeling wordt opgenomen.
Als zevenjarige mocht ik voor het eerst de communie ontvangen. Hierover zal ik het later nog hebben in verband met de heilige mis. Maar om Jezus in mijn hart te ontvangen, moest ik eerst mijn zonden belijden bij een priester. Telkens als je spijt hebt over je zonden, kun je vergiffenis krijgen in de biechtstoel. Hier heb ik uiteraard veel gebruik van gemaakt.
Toen ik een jaar of tien was, kwam de bisschop naar onze parochie om mij en mijn klasgenoten het vormsel toe te dienen. We zongen staande het "Veni Creator Spiritus" - "Kom, Schepper, Heilige Geest". Vervolgens gaf de bisschop ons om de beurt een tik op de wang. Wij werden als het ware tot ridder geslagen, en ingelijfd als soldaat in het leger van Onzelieveheer. Twee jaar later volgde nog de plechtige hernieuwing van de doopbeloften. Het missieblaadje 'De Kleine Apostel' wakkerde bij mij het gevoelen aan dat ik geroepen was om missionaris te worden. Maar de veranderingen die ik als puber en seminarist moest doormaken tijdens de jaren van het concilie waren te groot om mijn roeping te bestendigen.
Het heilig oliesel werd vroeger toegediend aan stervenden op hun sterfbed. Nu is daarvoor in de plaats gekomen de zalving van zieken en ouden van dagen tijdens een kerkdienst.

Ik ben overtuigd dat alle goede mensen uiteindelijk in de hemel komen. De Kerk geeft ruimte aan deze opvatting door het leerstuk over het 'doopsel van begeerte'.


katechismus


HOME