PIET RIJSTEPAP ALS VOETBALLER


Toen Piet nog een heel klein Rijstepapje was, begon hij al met voetballen. Zijn ome Jozef had hem dat geleerd. Die ome Jozef had een kale kop en een lange witte baard. Hij had een boek over voetballen, daar stond precies in hoe het moest. Elke zondag ging hij met Piet oefenen in het park. Meestal zei hij dat Piet het al aardig deed, maar soms zei hij dat het 'knudde met een rietje' was.
Op zekere dag, Piet was al zeven jaar, zei ome Jozef dat Piet nu wel op voetballen kon. Hij stapte met hem naar de voetbalclub RKVCL, en stelde hem voor aan de trainer met de woorden: "Deze jongen kan al een beetje voetballen. Maak er wat van." Piet werd ingedeeld bij pupillen 7, en mocht bijna elke week meedoen. Maar hij trapte nog vaak over de bal heen.


Toen hij groter werd maakte Piet wel eens een doelpuntje, maar hij scoorde ook wel eens in eigen doel. Hij werd wel eens van de sokken gelopen, maar hij kon ook aardig schouderduwen. Hij werd 'de knokentrapper' genoemd. Op een keer moest hij drie minuten voor tijd invallen, en maakte per ongeluk een doelpunt omdat hij over zijn benen struikelde, en met zijn kop tegen de bal aan viel. Toen kreeg hij een schouderklopje van de trainer.
Ome Jozef ging in die tijd vaak naar de rommelmarkt in het MECC. Daar vond hij eens een glimmend paar voetbalschoenen (ze waren natuurlijk net gepoetst), en die nam hij mee voor Piet. Die had de nieuwe schoenen hard nodig, want zijn ouwe kon hij alleen nog met veel touw aan zijn voeten houden. De schoenen zaten echt lekker, al waren ze wat groot. Piet had het gevoel dat hij er beter door ging voetballen.


Toen Piet Rijstepap kort daarna drie doelpunten in één wedstrijd maakte, zat er toevallig een scout van Ajax op het gras. De scout zag wel wat in die jongen met de steile haren. "Het kan een Jaap Stam worden, of anders een van Vossen", zei hij. Hij vroeg aan Piet of die bij Ajax wilde komen voetballen.
Piet nam afscheid van zijn oude oom Jozef. Deze wenste hem veel succes. Piet ging nu bij zijn oom Arie in Amsterdam wonen. Dat was een dikke man met een pruikje.
Hij bleef geen drie weken bij de junioren. Toen hij daar zeven doelpunten had gemaakt, begonnen de mensen van "Tjonge-jonge" te mompelen, en "net Cruijff". Hij mocht mee trainen met het eerste elftal, en kreeg schouderklopjes van Gronkjaer en Arveladze.


Op een mooie herfstdag stond Piet Rijstepap bij Ajax in de basis. Het was een INTER-cup wedstrijd tegen de Braziliaanse club FC Sao Paulo. Dit was heel belangrijk voor Piet, want er zat een scout van Lazio Roma op de tribune, en ome Jozef kon wel een aanvulling op zijn AOW gebruiken. Jammer genoeg waren zijn voetbalschoenen, die hij van ome Jozef gekregen had, kapot. Hij kreeg een nieuw paar kado van ADIDAS.
Toen de wedstrijd begon, wist Piet dat het met deze schoenen knudde was. Hij trapte over de bal heen, en kopte de bal in eigen doel. Na twaalf minuten kreeg hij de bal door Winter voor de voeten gespeeld, voor het lege doel van de tegenstander, maar hij raakte de bal zo slecht dat ie over de zijlijn vloog. "BOEOE Rijstepap, klungel" werd er geroepen, en "Rijstepap, ga naar huis!". Hij werd door de trainer van het veld gehaald.
Daarna werd het nooit meer wat. Ja, een enkele keer schittert hij nog bij RKVCL. Maar alleen als hij de kapotte schoenen van ome Jozef aantrekt.